AI vraagt om een visie op de rol van technologie in een samenleving

 

De angst voor AI ontstaat door een zelfreductie van het menselijk vermogen. En deze verschraling van intelligentie wordt vooral gestuurd door markt en techbedrijven. Aldus Beerends en van der Ster (SETUP) in de NRC van 10 juni 2023. Een goede analyse maar hun pleidooi voor een scherper AI-debat produceert ongetwijfeld ‘nieuwe beelden en narratieven’, maar, ik vrees, weinig structurele veranderingen. Waar de opkomst van de computer (en nu de AI) al decennia om vraagt is een visie op de rol van technologie in onze samenleving. Technologie is socialisatie van kennis. Van wiel tot AI, van telraam tot belastingstelsel het is allemaal implementatie van menselijk kennis in een sociaaleconomische context. In onze westerse samenleving is technologische innovatie vooral een zaak van de markt, niet zelden aangezwengeld door een forse overheidssubsidie, met soms wat ethisch of politiek gesputter achteraf (!).  De drijvende kracht achter technologische vernieuwing is het rendement op kapitaal (de aandeelhouders). In China is technologie inmiddels een staatszaak. Dat is risicovol voor de vrijheid van de burger. Ik pleit voor een nieuw evenwicht waarin markt, politiek én burger samen de (richting van) technologische vernieuwing bepalen. Vervang overheidssubsidie door een publiek investeringsfonds. En voer een sterk progressieve dividendbelasting in. Innovatie is dan geen zaak meer van enkele grootaandeelhouders maar wordt een zaak van vele kleine aandeelhouders. Deze maatregelen verhogen de participatie, initiëren debat en geven een betere afweging. Op deze manier zal technologie de sociale infrastructuur versterken in plaats van afbreken. Het zal de sociale participatie ondersteunen en niet vervangen. En het zal het menselijk vermogen doen ontplooien.

Reacties

Meest bekeken

Ongelijkheid mag, ongelijkwaardigheid niet!

Het menselijk vermogen maart 2020: een vermogensgroei belasting