Een reactie op de serie over ongelijkheid gepresenteerd door Sander Schimmelpenninck
Een serieuze aanpak van de (vermogens)ongelijkheid begint bij onze adoratie voor rijkdom, multimiljonairs en de Musks van deze Aarde. We willen allemaal graag rijk worden. En dat kan, want rijkdom is een prestatie (van jezelf of je ouders). Daar is veel op af te dingen. Elke prestatie heeft een sociale context die dat mogelijk maakt. Wilskracht en talent helpen, maar nog meer de juiste sociale connecties en dat kleine beetje geluk dat een voorsprong geeft op de niet meer zichtbare concurrenten. Daarnaast speelt de omvang van de rijkdom een rol. Om van niets een miljoen te maken is een prestatie. Wie van 10 miljoen, 20 miljoen wil maken, blaast vooral financiële bellen die sociale schade veroorzaken. Boven de 100 miljoen beschikt de rijke over zoveel macht dat het antisociaal en zelfs gevaarlijk wordt. We moeten daarom anders naar rijkdom kijken. Het verlangen naar bezit en rijkdom is nuttig als opwaartse beweging. Het stimuleert individuele en sociale prestaties. Maar dat geldt slechts tot een bepaald maximum.
Ik bepleit hier geen radicale onteigening van bezit. Het is voldoende om een nieuw belastingstelsel te ontwerpen dat op dit principe is gebaseerd. Dat stelsel belast niet langer inkomen uit arbeidsprestatie, ook niet een (fictief) rendement op vermogen, en ook géén vermogen à la Piketty. Deze vermogensbelasting vermindert de groei van de ongelijkheid maar begrenst niet het vermogen. We hebben een ander belastingstelsel nodig dat aan de onderkant een basiszekerheid garandeert (door een basisloon en basisinkomen) en aan de bovenkant een plafond voor vermogen creëert.
Een progressieve vermogensgroeibelasting is een deel van de oplossing. Deze belasting wordt geheven over de groei van het vermogen. De groei is het verschil in vermogen gemeten op 1 januari en 31 december van een jaar. Is het verschil positief betaal je belasting. Anders niet. Het tarief stijgt afhankelijk van het vermogen. Tot een ton vermogen is het tarief over de groei 0%. Daarna stijgt het tarief per ton vermogen steeds 1% Tot maximaal 95%. Een erfenis is vermogensgroei voor de erfgenaam en valt onder deze progressieve vermogensgroeibelasting. Alle vermogensbestanddelen, - roerende en onroerende activa, financiële activa, aandelen, bankrekeningen, worden tegen actuele boekwaarde opgeteld waarna de schulden worden afgetrokken. Alleen vermogen in EU telt mee voor de berekening van het particuliere vermogen. Kapitaalvlucht is dus ingecalculeerd. Het geld op de Bahama’s, kan echter nooit meer gebruikt worden binnen Europa, bijv. om een huis te kopen, omdat op het moment dat het vermogen binnen de Europese grenzen wordt gebracht, het particulier vermogen groeit en dus een hoge belasting betaald moet worden.
Een stapsgewijze invoering in de EU zal de samenleving geleidelijk, totaal transformeren. Omdat grote fluctuaties in vermogen fiscaal zwaar worden aangeslagen, zullen de financiële markten en de huizenmarkt stabiliseren. Het vermogensplafond zal hebzucht omzetten in sociale betrokkenheid. Als bezit niet meer kan toenemen dan richten we ons op de vraag wat we er mee doen. De aandacht verschuift van ik naar de ander. Er ontstaat een nieuwe sociale dynamiek die de sociale cohesie in de samenleving terugbrengt.
Reacties
Een reactie posten